Hyper-identiteit

Door Edwin van Meerkerk

Kunst draait om identiteit en authenticiteit. Een zangeres
legt haar ziel in een lied, een acteur geeft zich bloot op het podium, zo wil
het cliché. Juist daarin schuilt, zo menen velen, het verschil tussen hoge en
lage kunst. In de populaire cultuur is die authenticiteit gespeeld, gaat het
niet om identiteit, maar om imago. Zo bezien rekt de populaire peuterpopgroep
K3 de grenzen van de popmuziek weer een stap verder op in het nieuwe
televisieprogramma K3 zoekt K3 (VTM / SBS6). In deze talentenjacht
maken jonge Nederlandse en Vlaamse meisjes kans om in de voetsporen te treden
van deze uiterst succesvolle meidengroep. Is daarmee de fundamentele leegheid
van de populaire cultuur definitief bewezen?

image

Autoriteiten

Het programma K3 zoekt
K3
is een hypermoderne potpourri van vorm en inhoud. Vrolijke peuterpop
wordt gebracht in een volwassen setting, die volstrekt ongeschikt is voor de
muzikale doelgroep. Nauwelijks verhulde toespelingen op de seksuele relaties die bedenker en manager Gert Verhulst had met twee van de drie dames, maken, nog los van het tijdstip van de
uitzending, dat het programma duidelijk niet gericht is op de fans, maar op het
brede televisiepubliek dat van talentenjacht naar talentenjacht zapt.

Die wereld van talentenjachten is iconisch voor het
afgelopen decennium. Iedereen kan een ster worden, iedereen wíl een ster
worden. De dominantie van het genre zorgt ervoor dat een aantal patronen in
onze culturele wereld verder inslijten, patronen die soms al lang verdwenen
leken, maar die soms ook hier hun definitieve doorbraak beleven. De
ongenaakbare autoriteit van de jury en de dominantie van het (geseksualiseerde)
uiterlijk behoren tot de eerste categorie. De sterk meritocratische manier
waarop afvallers aan de kant worden gezet en de eis van succesvol en talentvol
zijn tot de tweede. Het is maar goed dat de peuters hier niet naar kijken.

Transformatie

Nog interessanter wordt het als we naar K3 zelf kijken. K3 zoekt K3 is niet het eerste
reality-programma rond de groep. Een paar jaar geleden nog zocht ‘K2’ naar ‘K3’ en werd de Nederlandse Josje gekozen als vervangster voor een van de drie
oorspronkelijke groepsleden, Kathleen. Zonder problemen nam ze de rol over, oude
nummers werden op een nieuwe verzamel-cd ingezongen met exact hetzelfde arrangement,
zodat alleen een trouw fan en geoefend luisteraar het verschil kon horen. Het
enige wat veranderde was de naam van
de blonde zangeres.

Nu is het vervangen van een bandlid door een ander geen
onbekend fenomeen,
maar het vervangen van een complete groep is nog niet eerder vertoond – zeker
niet met de pretentie dat de groep zelf
niet veranderen zal. Sterker nog: het zijn de meisjes die zullen veranderen. Bedenker,
eigenaar en manager Gert Verhulst stelt het in de uitzending met zoveel
woorden: wie wordt verkozen zal haar oude leven achter zich moeten laten en
beginnen aan een nieuw (en “gegarandeerd succesvol”) leven. Daarbij gaat het
niet om uiterlijk, maar om de ‘K3 factor’, aldus Verhulst, die voorts geen
blijk geeft van enige gêne bij het beoordelen van het uiterlijk van de dames.

Simulacra

Daarmee vormt K3 zoekt
K3
als het ware het sluitstuk van het tijdperk van het postmodernisme,
waarin alle culturele uitingen transformeerden in simulacra, tekens die niet
meer naar een achterliggende werkelijkheid verwezen, maar alleen nog maar naar
zichzelf. In die hyperrealiteit (de termen komen van de Franse cultuurfilosoof
Jean Baudrillard)
is alles schijn. Gert Verhulst is erin geslaagd nu ook de menselijke identiteit
tot een hyper-identiteit te transformeren, een identiteit die niets meer te
maken heeft met de persoon die hem draagt. Wie de drie winnaressen worden, is
volstrekt irrelevant. Ze zullen namelijk K3 zijn.