Voor de kunst en voor elkaar (daarom gaan we naar het theater)

Door Helleke
van den Braber

image

Waarom gaan we naar het theater? Als we al naar het theater gaan? Het
antwoord op die vraag verschilt van persoon tot persoon zou je zeggen, en
anders toch zeker van
groep tot groep
. Fervente theatergangers zoeken iets anders dan sporadische
bezoekers, toneelliefhebbers willen andere dingen dan cabaretfans, onder de
dertig wil iets anders dan boven de vijftig. En uiteraard wil elite iets anders
dan massa.

Het grote publiek heeft moeite de weg naar de
schouwburg te vinden, en neem ze dat eens kwalijk. Het theater is al eeuwenlang
niet hún domein, maar plek van samenkomst van een (soms smalle, vaak bredere)
laag cultureel
geinteresseerden
. Zij kopen de kaartjes en vullen de zalen, en bezorgen de
schouwburg daarmee niet alleen geld, maar vooral ook draagvlak, waardering en
aanzien. Daarom komen cultuurliefhebbers graag in het theater; het grote
publiek haalt over het algemeen z’n schouders op.

Is dat erg? Je zou denken van niet. Zo gaat
het al tijden. Maar de subsidies
lopen terug
, de kaartjes worden duurder en de
zalen blijven leger
. Dat leidt inmiddels tot flinke paniek in de
schouwburgen. Zo liet Stadstheater Arnhem (al in bedrijf sinds
1865
) vorige week weten het vervelend te vinden dat veel Arnhemmers het
aanbod in de schouwburg als “artistiek
en elitair
” bestempelen. “We moeten alles doen om het tij te
keren”, meent programmeur Evelien ter Ellen. Daarom richt de programmering
zich voortaan “op een breed publiek”.

Dit nu lijkt me een denkfout. Dat brede
publiek weet al sinds de oprichting in 1865 de weg naar de schouwburg niet
te vinden
, en daar zijn enkele goede redenen voor. Want wat zoeken mensen
in het theater? Twee dingen die voor de massa veel minder relevant zijn dan
voor de elite. Ze zoeken namelijk kunstbeleving en elkaar.

Voor bezoekers is de schouwburg allereerst een
plek om aansprekende culturele ervaringen op te doen – te worden uitgedaagd,
geprikkeld, geirriteerd, geamuseerd, getroost, bevrijd of wat voor effecten
podiumkunst ook maar heeft op een mens. De theaterzaal als fysieke plek van
samenkomst is ultiem geschikt om cultuur collectief te beleven en te ervaren. De
schouwburg is, en dat is cruciaal, vooral ook een sociale arena, waarin mensen
zich met elkaar kunnen verbinden, zich in elkaar kunnen herkennen, en zich
gezamenlijk kunnen onderscheiden van iedereen die niet naar het theater gaat.

De Franse socioloog Pierre Bourdieu benadrukt
de grote samenbindende en identiteitsbevestigende kracht die daarvan uitgaat en
noemt het distinctiedrang; het
(buitengesloten) grote publiek heeft het liever over elitarisme. Feit is dat
het theater eeuwenlang zijn relevantie
heeft behouden juist vanwege die krachtige combinatie van artistieke inhoud,
sociale bindingskracht en een door makers en publiek gezamenlijk beleefd geloof
in de waarde van kunst.

Elitarisme en artisticiteit zijn dus geen
bedreiging, stadstheater Arnhem, maar unique
selling points
die omarmd en gekoesterd moeten worden. Ze zijn wat jullie
al sinds 1865 groot heeft gemaakt en hebben bovendien volop potentie om dat ook
tot ver na 2065 te blijven doen. De krachtige waardetoekenning door een (brede)
groep cultuurliefhebbers is jullie levensader en dat tij moet helemaal niet
gekeerd, maar juist opgestuwd.

Hoe? Niet door op zoek te gaan naar nieuw
publiek dat zich niet herkent in wat het theater te bieden heeft, maar door te
zorgen dat je relevanter en aantrekkelijker wordt voor wie altijd al kwam. Dat
publiek zul je vervolgens wel moeten verjongen –  niet door te verplatten en te versimpelen,
maar door nieuwe
vormen
te vinden om je inhoud te presenteren, door slimme keuzes uit het
theateraanbod te maken (en die als curated content aan te bieden) en vooral door ruimte te bieden
aan de ingebakken behoefte van je publiek aan onderlinge
identiteitsbevestiging, herkenning en erkenning. Geef de mensen die in het
theater geloven een valide plek om dat geloof gezamenlijk te beleven. Dáárom
gaan ze immers naar het theater: voor de kunst en voor elkaar.

Met dank aan Rocco Hueting

Beeld: Pixabay