Hiphop, macht en mecenaat: het bijzondere verhaal achter het geheime album van de Wu Tang Clan

Door: Helleke van den
Braber

image

Twee weken geleden, op 20 oktober 2017, was ik op het Amsterdam Dance Event
niet om te dansen, maar om te luisteren naar een bijzonder verhaal over een
bijzonder album. Op de ADE Beats
conferentie
liet Tarik Azzougarh (beter bekend als Wu Tang-producer Cilvaringz)
zich via Skype interviewen over Once upon a time in Shaolin. Dat
album van rapgroep Wu Tang Clan sloeg in 2015 in als een bom, maar toch hebben
er tot op de dag van vandaag nog maar drie mensen naar geluisterd: Cilvaringz,
Wu-voorman RZA, en de
omstreden weldoener die twee miljoen dollar doneerde in ruil voor het
exclusieve recht de muziek te mogen horen.

image

Cilvaringz (op scherm)
wordt geïnterviewd op de ADE Beats conferentie (foto NOS)]

Aan Once upon a time
in Shaolin
is zes jaar gewerkt. Toen het album af was besloten RZA en de
van oorsprong Nederlandse Cilvaringz (hij groeide op in Tilburg) een statement
te maken. Wat als Wu Tang Clan eens afzag van commerciële distributie? Wat als
de plaat als uniek, eenmalig kunstwerk de wereld in gestuurd zou worden, in één
exemplaar? Wat als ze hun muziek extreem schaars
zouden maken, in plaats van extreem alomtegenwoordig zoals gebruikelijk in deze
tijd van online streaming? En wat als ze vervolgens een weldoener zouden zoeken
met zoveel bewondering voor hun werk dat hij bereid zou zijn tot een
miljoenengift? “It’s a
radical approach. It’s an extreme approach. It’s the complete opposite of
everything that’s happening [in the music industry] right now”, vertelde Cilvaringz in 2015. “We are not trying to sell the
most records – (…) You’d almost say we are like trying to sell the least. (…) And we hope that it
will resonate (…) around the world”.

Zo maakte Cilvaringz de release van Once upon a time in Shaolin tot een spannend experiment in
mecenaat. Zijn poging het eeuwenoude idee van weldoenerschap de hedendaagse
hiphop binnen te halen maakt Shaolin interessant
voor alle cultuurwetenschappers die (net als ik) geïnteresseerd zijn in de
complexe relatie tussen hoge kunst, lage kunst en geld. Dit is meer dan een
poging een ouderwets en elitair kunstfinancieringssysteem nieuw leven in te
blazen. Met Shaolin opende de Wu Tang
Clan ook een belangrijk debat over de artistieke en sociale waarde van
popmuziek, over kwesties van schaarste en overvloed, en over de voor- en
nadelen van massa-reproductie en digitale distributie van cultuur.

Het project laat ons niet alleen nadenken over het idee van waarde, maar ook over het idee van
(economische en symbolische) winst, en
(belangrijker nog) over alle mogelijke relaties daartussen. En het roept tal van
vragen op over het systeem van giftuitwisseling dat, zo hoopte de Wu Tang Clan,
zou kunnen bemiddelen tussen die twee. Waarom kozen commercieel succesvolle
hiphopartiesten voor een anachronistisch systeem als mecenaat? Waarom zo nadrukkelijk
op zoek naar een weldoener, in plaats van naar een koper, investeerder, of verzamelaar?
Voor
Cilvaringz
gaat het idee van mecenaat om hun wens het soort winst te maken
dat “not just about monetary value” ging, maar over iets dat te maken
had met de “artistic and experiential values [music] used to have”.
Digitale technologie geeft ons makkelijker toegang tot popmuziek dan ooit, maar
erodeert ook onze beleving, en leidt tot een fataal soort vluchtigheid in onze
waardetoekenning aan wat we horen. De steun van een mecenas kon, hoopte
Cilvaringz, helpen die belevingswaarde weer aan muziek te verbinden. Bij wat
twee miljoen waard is en genereus wordt omarmd door een rijke muziekkenner staan
we immers veel langer stil dan bij wat voor korte tijd even opduikt in onze
Spotify-lijstjes.

Het mooie is dat Cilvaringz plan lukte en mislukte tegelijk.
Ja, hij vond zijn mecenas, en ja, diens gift gaf het album een uniciteit en
aura die Shaolin sterk in symbolische
waarde deed stijgen. Maar aan de andere kant was Martin
Shkreli
– de mecenas in kwestie – nou niet bepaald Wu Tang’s gedroomde weldoener.
We kennen Shkreli inmiddels als de farma-bad
boy
die heel
Amerika over zich heen kreeg
nadat hij de prijs van een aids-medicijn met
5000 procent verhoogde. De ophef rond Shkreli’s persoon, enkele maanden nadat hij
Wu Tang-weldoener werd, overviel Cilvaringz volkomen. Ook wist hij vooraf niet
hoe dol Shkreli was op provoceren en hoe graag hij én de band én de
hiphopgemeenschap tegen zich in het harnas joeg. Aanvankelijk deed Shkreli zich voor als bona
fide weldoener. “If there was an artist that was great and needed
cash”, zo liet hij weten, “I would fund him and not ask
for anything in return (…) I’m happy to do that totally free and just be
there as a go-to for the right folks. All I want in return is a little recognition
and just friendship”. Maar daarna tartte hij de Wu-fans met de mededeling
dat hij van plan was Shaolin
onbeluisterd te vernietigen, noemde
hij RZA “just another arrogant rapper” en vroeg hij de
hiphopgemeenschap pesterig “which band should I approach next to make a
private album for me (which I will never share)?”

Inmiddels zit Shkreli wegens fraude in de gevangenis. Het
album is in handen van zijn advocaten. Toch vertelde Cilvaringz in Amsterdam
achteraf blij te zijn met Shkreli als mecenas. Martins provocatieve gedrag en
de wereldwijde reacties daarop hielden het centrale debat over de waarde van
muziek prachtig gaande en maakte de vragen die het project opwierp nog
prangender dan ze al waren. Eigenlijk, zei Cilvaringz
terecht, was het wat dat betreft nóg mooier geweest als Martin zijn unieke Shaolin-cd inderdaad in tweeën had
gebroken – al was het alleen maar om te demonstreren hoe weerloos alles van waarde is.

Met dank aan Rocco
Hueting

Leave a Comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s