Happy New Year

image

door Edwin van Meerkerk

Het nieuwe collegejaar is begonnen. In de collegebanken bij
cultuurwetenschappen mogen we daarbij deze maand een record aantal
internationale studenten verwelkomen. Dit jaar startte namelijk de Engelstalige
variant van onze bacheloropleiding, waarnaast we sinds twee jaar ook al een
internationale master aanbieden. ACW Nijmegen gaat dus mee met de trend van
verengelsing van het Hoger Onderwijs waar de laatste tijd zoveel discussie over
is. Door twee opleidingen in het Engels aan te bieden kiezen we positie in dit
debat. Het is goed die keuze hier toe te lichten.
*

Critici vrezen dat onderwijs in het Engels schadelijk zou
zijn voor de talige ontwikkeling van de studenten. In plaats van op academisch
niveau te leren communiceren in hun moedertaal zouden ze aan het eind van de
rit noch in het Nederlands, noch in het Engels veel beter zijn dan de
gemiddelde scholier. Bovendien, zo wordt gesteld, beheersen docenten en
studenten het Engels onvoldoende om ook inhoudelijk het beoogde niveau te
behalen. Beide argumenten verhullen in mijn ogen de meerwaarde van het
internationaliseren van het Hoger Onderwijs.

Maar eerst de geclaimde nadelen. De uitdrukkingsvaardigheid
van afgestudeerden in hun opleidingstaal moet natuurlijk van hoog niveau zijn.
Onderwijs in het Engels moet daar dan ook voldoende steun aan geven. Onderwijs
is groeien in kennis, houding en vaardigheden – inclusief de beheersing van de
taal. Dat is geen vanzelfsprekend of natuurlijk proces. Zoals we de studenten
van de Nederlandstalige specialisaties ondersteunen in de ontwikkeling van hun
uitdrukkingsvaardigheid en hen daar bij werkstukken, tentamens en scriptie op
afrekenen, zo doen we dat ook bij het Engels. Dat is de taak van een opleiding,
en daar verandert niets aan wanneer de taal van de opleiding anders is –
hooguit is het startniveau van de taalbeheersing lager. Dat maakt de opleiding
moeilijk voor de student, maar daar is het een universiteit voor.

Het tweede argument, dat het inhoudelijke niveau van de
opleiding zou leiden onder het gebruik van een andere taal kan ook positief
worden geformuleerd: docenten in een opleiding die in het Engels wordt
aangeboden, moeten die taal tot in de puntjes beheersen. Dat klopt, en ook daar
is niets nieuws onder de zon. Van onze docenten wordt C2-niveau (near native) geëist
en wie daarna nog verdere ondersteuning in het geven van colleges of het
corrigeren van teksten nodig heeft, krijgt die van de faculteit. Kortom, een
opleiding in het Engels aanbieden is niet iets om lichtvaardig af te doen. Dat maakt
doceren moeilijk voor de docent, maar daar is het een universiteit voor.

Deze discussie over taalbeheersing en opleidingsniveau leidt
af van de reden waarom opleidingen overstappen op het Engels. De afgelopen twee
jaar hebben wij ervaren wat de meerwaarde is van het werken met een
internationale groep studenten. De diversiteit in culturele achtergronden is,
zeker voor een opleiding cultuurwetenschappen, van niet te overschatten
meerwaarde. (Universitair) onderwijs is idealiter meer dan een opleiding op een
bepaald terrein, het is ook een vorm van kritische zelfreflectie en de
ontwikkeling van metacognitieve competenties. De confrontatie met leeftijdsgenoten
uit, om mijn groep van verleden jaar als voorbeeld te nemen, Nederland, Rusland,
Indonesië, Canada, Mexico en Brazilië is een katalysator voor juist dat proces.
Dat vormt de studenten als mens, maar vooral ook als academici. Dat is niet
zozeer harder werken, maar meer leren, en daar is het een universiteit voor.

*) Deze blog is op persoonlijke titel geschreven. In het
Nederlands, ook al gaat het over het Engels, want het is een Nederlandse
discussie.

Afbeelding: de hoogleraren verzameld voor aanvang van de
opening van het academisch jaar 2016-2017. http://www.ru.nl/nieuws-agenda/nieuws/vm/2016/augustus/academisch-jaar-radboud-universiteit-start/