door Frederik Van Dam
Dit filmpje is de trailer van The Fantastic Flying Books of Mr
Morris Lessmore, een korte animatiefilm over een man die zijn leven aan
boeken wijdt. In 2012 won deze film de Oscar voor beste film in zijn
categorie.
Er hangt een zweef van magie over het verhaal. Mr Morris Lessmore zit op
een balkon in New Orleans een boek te schrijven, wanneer plotseling een storm
opsteekt (een allusie naar Hurricane Katrina) die de stad vernietigt. Na de
storm dwaalt Mr Lessmore door de stad en volgt hij een spoor van
boekbladzijden. Zo komt hij bij een landhuis dat wordt bevolkt door vliegende
boeken. Hij neemt de zorg voor deze boeken op zich: zo herstelt hij, als een
chirurg, een oude editie van Jules Vernes’ De la terre à la lune,
dewelke pas wordt gereanimeerd wanneer hij er in begint te lezen. Hij
begint ook opnieuw aan zijn memoires en leest daaruit voor aan de boeken. Als
hij een oude man is, verdwijnt hij en krijgt zijn eigen boek een plaats in de
bibliotheek.
Zoals deze synopsis illustreert, is de film een allegorie over wat
boeken kunnen betekenen in een mensenleven: mensen geven boeken leven, en
boeken geven het leven betekenis. Het handboek dat we in de opleiding ACW
gebruiken voor het vak Literatuurwetenschap heet niet voor
niets Het leven van teksten. The Fantastic Flying Books of
Mr Morris Lessmore raakte mij echter niet omdat hij me herinnerde aan mijn
ambitie om ooit een creatief boek te schrijven, of aan mijn onderwijstaken. Ik
herkende me in het beeld van de boekverzamelaar. Walter Benjamin omschrijft
deze figuur als volgt:
Glück
des Sammlers, Glück des Privatmanns! Hinter
niemandem hat man weniger gesucht und keiner befand sich wohler dabei als er,
der in der Spitzwegmaske sein verrufenes Dasein weiterführen konnte.
Denn in seinem Innern haben ja Geister, mindestens
Geisterchen, sich angesiedelt, die es bewirken, daß für den Sammler, ich
verstehe den rechten, den Sammler wie er sein soll, der Besitz das allertiefste
Verhältnis ist, das man zu Dingen überhaupt haben kann: nicht daß sie in ihm
lebendig wären, er selber ist es, der in ihnen wohnt. So habe ich eines seiner
Gehäuse, dessen Bausteine Bücher sind, vor Ihnen aufgeführt und nun
verschwindet er drinnen, wie recht und billig.
[O bliss of the collector, bliss of the man of leisure! Of no one has
less been expected, and no one has had a greater sense of well-being than the
man who has been able to carry on his disreputable existence in the
mask of Spitzweg’s ‘Bookworm.’ For inside him there are spirits, or at
least little genii, which have seen to it that for a collector – and I mean a
real collector, a collector as he ought to be –ownership is the most
intimate relationship that one can have to objects. Not that they come
alive in him; it is he who lives in them. So I have erected one of his
dwellings, with books as the building stones, before you, and now he is going
to disappear inside, as is only fitting.]
Welke boekverzamelaar kan zich hier niet in herkennen? Toegegeven, het
schilderij van Carl Spitzweg waar Benjamin op alludeert, is weinig flatterend,
en komt niet overeen met de stijl van Mr Morris Lessmore, wiens uiterlijk
gebaseerd is op dat van Buster Keaton. De vergelijking met Benjamins
boekverzamelaar loopt bovendien op bepaalde punten mank: Mr Morris leent zijn
boeken graag uit – iets wat niet strookt met Benjamins portret. Maar het idee
achter Benjamins tekst is wel aanwezig. Niet alleen is de gevel van de
bibliotheek van Lessmore bekleed met boeken; de geesten waar Benjamin over
spreekt zijn hier gepersonifieerd. De belangrijkste gelijkenis is echter de
inspiratie achter een verzameling:
Jede Leidenschaft grenzt ja ans Chaos, die
sammlerische aber an das der Erinnerungen Doch ich will mehr sagen: Zufall,
Schicksal, die das Vergangene vor meinem Blick durchfärben, sie sind zugleich
in dem gewohnten Durcheinander dieser Bücher sinnenfällig da.
[Every passion borders on the chaotic, but the collector’s passion
borders on the chaos of memories. More than that: the chance, the fate, that
suffuse the past before my eyes are conspicuously present in the accustomed
confusion of these book].
Benjamin schreef vanuit het standpunt van een Joodse Duitser in de
aanloop naar de Tweede Wereldoorlog: een ontheemd, verlaten standpunt, een van
ballingschap, waarin de draagbaarheid van zijn boekenverzameling een laatste
houvast bood. Dit standpunt herkennen we ook aan het begin van de film. Het is
een beetje enigmatisch waarom het verhaal in gang wordt gezet door de
catastrofale passage van Hurricane Katrina in New Orleans. Maar als we de film
interpreteren door de lens van Benjamins tekst, wordt het duidelijk dat we hier
te maken hebben met een catastrofe die niet mag vergeten worden. Door collectieve
trauma’s te herinneren in boeken, zo lijkt de film te zeggen, kunnen we de
wonden die ze slagen, helpen helen. Gelijkaardige ideeën zijn behandeld door
wetenschappers veel kundiger dan mezelf op Animation
and Memory, een conferentie die aan het begin van deze zomer plaatsvond aan
de Faculteit der Letteren: http://www.ru.nl/animationandmemory/.