De handschoen oppakken

door Martijn Stevens

image

Toegevoegde waarde
In de
afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid aanzienlijk geïnvesteerd in
wetenschappelijk onderzoek naar de creatieve industrie, omdat zij – met een miljardenomzet en
een bovengemiddelde toename van de werkgelegenheid – wordt gezien als een belangrijk deel van de economie. Bovendien wordt ze beschouwd als een
belangrijke aanjager van innovatie en economische
groei
in andere
sectoren. De creatieve industrie wordt zelfs cruciaal geacht voor de toekomstige
concurrentiepositie van westerse economieën. De traditionele maakindustrie is immers
grotendeels verplaatst naar lagelonenlanden en opkomende markten in voormalige
ontwikkelingslanden vormen inmiddels ook een bedreiging voor de kenniseconomie die daarvoor in de plaats is
gekomen. In reactie op deze sociaal-economische veranderingen werd reeds in
1997 een speciale commissie ingesteld door de Britse overheid met de opdracht om de toegevoegde
waarde van kunst en cultuur nauwkeurig in kaart te brengen. Bedrijvigheid in de
culturele sector werd kennelijk gezien als een belangrijk middel om de
leefbaarheid van voormalige industriegebieden te vergroten en tegelijkertijd
nieuwe vormen van werkgelegenheid te creëren in regio’s die kampten met een
toenemend verlies van arbeidsplaatsen.

Betekenisgeving
Het eindrapport van de commissie schetste het
rooskleurige beeld van een sector die significant bijdroeg aan de economie van
het land. Deze conclusie was voornamelijk gebaseerd op de
statistische analyse van diverse bedrijfstakken die simpelweg waren
samengevoegd en voortaan werden aangeduid als creative industries. Uiteenlopende activiteiten op het gebied van kunst, vormgeving,
media en communicatie werden daartoe gepresenteerd als een coherent geheel, hoewel de onderlinge verschillen dikwijls
groter leken dan de vermeende overeenkomsten. Bovendien klonken methodologische bezwaren, want de gemeten effecten waren
moeilijk te isoleren van andere variabelen, causale verbanden bleken bij nader
inzien uitermate complex en de diversiteit in de sector was simpelweg te groot
om de uiteenlopende resultaten van verschillende tellingen te generaliseren.
Mede hierdoor ontstond vrijwel direct een grote onenigheid over de precieze aard en omvang van
de creatieve industrie. In de praktijk werden echter pragmatische keuzes
gemaakt om tot een bruikbare werkdefinitie met bijbehorende grootheden te
komen, waarbij de oorspronkelijke definitie uit het rapport meestal als
uitgangspunt werd genomen. Het document van de Britse overheid
speelde hierdoor ‘a critical formative role in establishing an international
policy discourse for what the creative industries are, how to define them, and
what their wider significance constitutes’ (Flew,
2012
, p. 10). Hieruit blijkt dat theoretische concepten, analytische
modellen en andere vormen van taalgebruik niet simpelweg een afspiegeling van
de werkelijk zijn. Door middel van taal en communicatie proberen we daarnaast
ook betekenis toe te kennen aan de wereld om ons heen. We blijken zelfs in staat om een verandering in de wereld teweeg te brengen door erover te spreken. Dikwijls creëren we zodoende het
fenomeen dat we juist trachten te omschrijven.

image

Gezamenlijk referentiekader
Feitelijk
werd de creatieve industrie in het leven geroepen door de verwoede pogingen om
haar te definiëren en nader in kaart te brengen. Ze is derhalve het concrete
resultaat van een talige interventie in de werkelijkheid, die sindsdien op een
andere manier wordt ‘waargenomen, beschreven, uitgedrukt, gekarakteriseerd,
geclassificeerd en gekend’ (Foucault, geciteerd in Merquior, 1988, p. 59). Ogenschijnlijk wordt hiermee een
conceptueel of linguïstisch reductionisme gesuggereerd, dat inhoudelijke
debatten onmiddellijk vernauwt tot semantisch geneuzel of een geraffineerde
woordspeling zonder duidelijke referent in de materiële werkelijkheid. Taal
vormt echter ook een gemeenschappelijk referentiekader, dat ons helpt om zin te geven aan
de complexe wereld om ons heen. De semantische interpretatie van
bepaalde woorden vormt daarbij een praktisch richtsnoer voor denken en
handelen. Politici, ambtenaren en managers gebruiken bijvoorbeeld specifieke
woorden om beleid te formuleren, de resulterende taken en
verantwoordelijkheden te benoemen, een bijbehorende infrastructuur te
omschrijven, enzovoort. Tot nog toe wordt het publieke debat over de
creatieve industrie evenwel gekenmerkt door onduidelijkheid, ambiguïteit en
nonchalance ten aanzien van de gebezigde definities en
theoretische concepten. Het onvermijdelijke gevolg daarvan is een grote
verscheidenheid van aannames, overtuigingen en verwachtingen oftewel een teveel – of wellicht juist een gebrek
– aan betekenissen. De constructie van een gedeeld
referentiekader is dan ook noodzakelijk om de creatieve industrie daadwerkelijk
verder te brengen. Wetenschappelijk onderzoek dient bijgevolg meer op te
leveren dan nieuwe feiten en harde cijfers, die immers alleen geloofwaardig
en betekenisvol zijn in relatie tot een specifieke context. We moeten tevens aandacht besteden aan het bredere raamwerk
dat wordt aangewend om deze gegevens op een zinvolle manier te interpreteren. Inzicht verschaffen in deze achterliggende systemen van
betekenisgeving is precies het domein van de cultuurwetenschappen. Wie neemt de
handschoen op?

Afbeeldingen:
– Ludwig Gottlieb Portman, Twee Westfriese
vrouwen in klederdracht
, 1803-1807, ets op papier, met de hand ingekleurd,
234 mm x 160 mm, Rijksmuseum te Amsterdam, schenking van G.J. (Vledder) Stoel, http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.32177 
– Wenceslaus Hollar, Zomer, 1641, ets op papier, 245 mm x 175
mm, Rijksmuseum te Amsterdam, http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.32177

Q15Un�B��5e

Leave a Comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s