Meditatie over mode

Door Anneke Smelik

Een simpel T-shirt

Ik las ooit in een boek van de boeddhistische leraar en monnik Thich Nhat Hanh dat de bladzijde die ik aan het lezen was een wolk bevatte. Niet alleen de wolk, of de regen, zit in die bladzijde, maar ook de zon. Want, zegt hij, de zon en de regen waren nodig om de boom te laten groeien waar het papier van gemaakt is: de aarde waar de boom in wortelt; het regenwater en de zon voor voedsel en groei; en de zuurstof die de bladeren in de atmosfeer brengen. De vier elementen, aarde, water, lucht en vuur, bevinden zich in dat simpele velletje papier.

We kunnen dit voorbeeld van Thich Nhat Han naar de wereld van de mode vertalen, aan de hand van een simpel wit T-shirt van katoen dat we allemaal wel in de kast hebben liggen. In het textiel van het T-shirt zitten de zon, het water, de lucht en de aarde om de katoenplant te laten groeien. Maar dat niet alleen. In dat T-shirt zit ook het zweet van de arbeiders die de katoen plukken en spinnen, de stof weven of breien, en verven, van de naaisters die het T-shirt in elkaar zetten, en de werkers die het eindproduct inpakken en naar de andere kant van de wereld transporteren, om het hier te verkopen, voor een té lage prijs.

In dat simpele kledingstuk, dat basic T-shirt, zit de hele wereld verweven; elke draad verbindt de drager met de vier elementen, maar ook met mensen en objecten over de hele wereld.

Fast fashion

Duurzaamheid betekent iets dat duurt; iets dat kan voortduren in de toekomst. En fast fashion is in zijn aard niet duurzaam: mode is per definitie aan verandering onderhevig en fast fashion heeft die cyclus van produceren, kopen, gebruiken, en weggooien tot in het absurde versneld. Wij lijden aan geheugenverlies waar het textiel betreft. We weten niet meer welke enorme inspanningen de mensheid heeft gestoken in de uitvindingen om garen en textiel te maken van planten (linnen, katoen), dierenvacht (wol) of insecten (zijde). Zie het als geheugenverlies: stof, textiel, was in alle opzichten tot het midden van de vorige eeuw bijzonder waardevol; het had zowel emotionele, functionele, als economische waarde. Als we die waarde niet meer herkennen in de ‘fast fashion’ van vandaag, dan wordt kleding waardeloos en kunnen we het na ampel gebruik achteloos weggooien.

Willen we voorkomen dat kleding een wegwerpartikel blijft, dan moeten we de materiële cultuur van textiel serieus te nemen. Alleen dan kunnen we een duurzame toekomst voor mode realiseren. Als de mens ge-de-centreerd en ont-troond wordt, en als we ons ervan bewust worden dat de menselijke en niet-menselijke wereld wederzijds afhankelijk zijn, dat materie van vitaal belang is, dan begrijpen we dat duurzaamheid geen luxe is, maar onze enige manier om te overleven.

Zolang het kapitalistische systeem zich in de eerste plaats richt op winst en groei, zonder het probleem van overproductie en overconsumptie aan te pakken, en nog steeds inspeelt op de huidige wegwerp-mentaliteit, raken we niet op weg naar duurzaamheid in de mode-industrie. Om die mentaliteit van ‘snel kopen en weggooien’ tegen te gaan, is het dringend noodzakelijk om een samenleving te ontwikkelen waarin materialen ertoe doen. We mogen dan in een materialistische samenleving leven, maar we moeten juist dat materialistische niveau nog serieuzer nemen.

Als we van het posthumanisme hebben geleerd dat er geen duidelijke grens is tussen het menselijke en het niet-menselijke, het bezielde en het onbezielde, en natuur en cultuur; dan volgt daaruit dat we beter zinvolle allianties kunnen creëren. Als we van het nieuw-materialisme hebben geleerd dat de niet-menselijke wereld, dieren of voorwerpen zoals een jurk of spijkerbroek, rijk en complex zijn, dan moeten we de niet-menselijke wereld niet alleen serieus nemen, maar er een alliantie mee vormen.

Mindfulness

Vanuit het perspectief van duurzaamheid zouden we ons anders moeten verhouden tot de niet-menselijke wereld: met verwondering, liefde, zorg en verantwoordelijkheid. In haar boek Staying with the Trouble noemt Donna Haraway die houding: response-ability. Ook in het Nederlands werkt dat: om een antwoord te vinden op de problemen van vandaag moeten we ver-antwoord-elijkheid nemen.

Als we begrijpen dat we allemaal draden in dat weefsel vormen, dan begrijpen we ook dat we wederzijds afhankelijk zijn, en dus verantwoordelijk zijn. En we zijn niet alleen verantwoordelijk voor elkaar, dat spreekt – hopelijk – voor zich, maar juist ook voor de aarde, voor het water, voor de lucht, voor de dingen, en voor de kleding in onze klerenkast. In deze houding herken ik het boeddhistische begrip mindfulness: met liefdevolle aandacht naar de mensen en de dingen kijken en ervoor zorgdragen.

Dat betekent dat we onze gewoonten moeten veranderen. Als onze gewoonten niet veranderen, bijvoorbeeld van winkelen, kopen, verspillen, kunnen we geen verandering bewerkstelligen. Als we een transformatie willen bereiken die zo ver reikt als een duurzame toekomst, dan moeten we veranderen op het niveau van gewoonten – en dat kan door mindful te zijn.

Mindfulness wordt in het westen nog wel ’ns begrepen als een koele afstandelijke blik van buiten, maar het betekent juist betrokken en liefdevolle aandacht. Mindfulness houdt in dat we ons rekening geven dat de kleding die we dragen, draden spint met de materiële wereld om ons heen. Het houdt in dat we beseffen dat de katoenen draden van het witte T-shirt ons verweven met de aarde die ons grondt, met de stroom van het water, met het vuur dat ons opwarmt, en de lucht die we ademen. Een mindful houding betekent ook dat we niet het zware werk van de arbeiders vergeten die nodig was om de kleding te produceren. Zo kunnen we ons gedrag veranderen door kleding langer te dragen, te ruilen, huren, recyclen, zelf te maken … en vooral: minder te kopen.

Juist in het besef van de wederzijdse afhankelijkheid in het weefsel dat we met elkaar en met de dingen vormen, kunnen we onze identiteit een andere richting opduwen en nieuwe draden knopen. Met die liefdevolle aandacht kunnen we onze gewoonten veranderen.

Laten we de kleren in onze kledingkast koesteren!

Dit is een deel van de tekst die Anneke Smelik uitsprak op 8 juni 2023 bij haar afscheid als hoogleraar ‘Visuele Cultuur’ aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. De tekst is in zijn geheel te lezen als essay in De Groene Amsterdammer, 2 augustus 2023.

Leave a Comment